zaterdag 25 februari 2012

DE GOEDE DOOD


Wannie de Wijn

met: Wilbert Gieske (Bernhard), Huub Stapel (Michael, Bernhards broer), Will van Kralingen (Hannah), Peter Tuinman (huisvriend Robert), Hans Thissen (Ruben), Saskia Bonarius (Sam, Bernhards dochter), Peter Bolhuis (taxichauffeur), Marcel Oosterwijk (man Schiphol), Anne Wallis de Vries (moeder), Julia van Wijngaarden (dochter)

Scenario: Wannie de Wijn, Jeroen van den Berg, Saskia Bonarius. Als Bernhard kiest voor euthanasie, maakt dat heel wat los bij zijn naasten. Op de laatste avond die ze samen beleven wordt gezongen, gelachen en gehuild. Maar de twijfels en dilemma’s overheersen met het pijnlijke besef dat Bernhard er de volgende ochtend om 9 uur niet meer zal zijn.

Productiemaatschappij: Electric ZOO, Wallis Filmproducties. Producent: Maarten van Hemmen. Camera: Lex Brand. Muziek: Daniel Lohues. Montage: Tanya Fallenius. Production design: Kris Meinema. Distributeur: Wild Bunch.

Wannie de Wijn schreef en regisseerde eerder ook het toneelstuk dat in 2008 een doorslaand succes was met een tournee -inclusief reprise- van 120 voorstellingen langs vele uitverkochte zalen. De Toneelpublieksprijs 2008 was de bekroning hiervan. Inmiddels is het toneelstuk ook in Duitsland geproduceerd, en staan er producties in Oostenrijk en Engeland op stapel.

Na het succes van het gelijknamige tragikomische toneelstuk startten 4 juli 2011 de opnames van de speelfilm in Aerdenhout en omgeving. Opgenomen op onder andere Spechtlaan 2 in Aerdenhout. Gemaakt zonder geld van de fondsen of een omroep.

De hoofdrollen worden vertolkt door de complete originele cast uit het toneelstuk: Will van Kralingen, Huub Stapel, Peter Tuinman, Wilbert Gieske, Hans Thissen en Saskia Bonarius.

Persreacties:
Joost Broeren in 'de Filmkrant' van februari 2012: "(...) Terwijl in Engeland de discussie over euthanasie afgelopen zomer oplaaide, werd die in Nederland al zo'n vijftien jaar geleden gevoerd: in 1994 veroorzaakte de IKON-documentaire Dood op verzoek nationaal en internationaal oproer. Inmiddels is euthanasie al een dik decennium legaal, en dat zie je terug in de Nederlandse film. Waar buitenlandse films als Mar adentro (Alejandro Amenábar, 2004) of het gitzwart-komische Kill me Please (Olias Barco, 2010, door Filmfreak uitgebracht op dvd) expliciet de discussie over euthanasie voeren, presenteren Nederlandse films als Ik omhels je met 1000 armen (Willem van de Sande Bakhuyzen, 2006) en Simon (Eddy Terstall, 2004) het daarentegen als een vanzelfsprekend recht. Voor De goede dood geldt hetzelfde: euthanasie zelf staat niet ter discussie, er wordt hooguit wat gekibbeld of het voor de stervende wel echt de juiste keuze is. Alleen: De goede dood heeft geen ander onderwerp en daardoor ontbreekt elk venijn. Er wordt flink gehakketakt — over het verleden, over de erfenis, over elkaar — en ieder heeft zo zijn eigen manier om met de dood om te gaan. De film balanceert zorgvuldig op de grens tussen overdreven sentiment, oprechte ontroering en komische opluchting, maar het is niet genoeg. De camera voegt niets toe. Het is een toneelregistratie, met de net wat te gedragen en gearticuleerde dialogen die in het theater prima werken maar in de bioscoopzaal volledig doodslaan. De Wijn heeft zijn toneelstuk op film gezet, maar cinema is het niet geworden."

Mario Wisse in 'Metro' van donderdag 23 februari 2012: "Zit vol met prachtige zinnen als deze (van Bernhard): ‘Ik heb niks te maken met de dood. De dood is van jullie. Het sterven is van mij’. IJzersterke film over een heikel onderwerp. O ja, misschien moet de filmmaatschappij een dvd’tje naar de Republikeinse presidentskandidaat Rick Santorum sturen."

Robbert Blokland in 'Sp!ts' van donderdag 23 februari 2012: "(...) Als het in films over euthanasie gaat, is er een duidelijk verschil tussen Nederland en de rest van de wereld. Waar levensbeëindiging bij ondraaglijk lijden bij ons al tien jaar legaal en geaccepteerd is, staat in buitenlandse producties als Mar Andentro of Million Dollar Baby nog vooral de vraag centraal óf een leven onder bepaalde omstandigheden beïndigd mag worden. Nederlandse titels als Simon (2004) en Ik omhels je met duizend armen (2006) gingen meer over de dramatische en emotionele complicaties rond het moment.Het grootste probleem van De Goede Dood is dat de diverse personages te weinig worden ontwikkeld om echt emotioneel mee te kunnen leven met hun triviale ruzies, hun grapjes en hun tranen. We observeren vooral hoe de familieleden en vrienden de keuze van Bernhard in twijfel trekken. Er wordt gelachen, gezongen en gehuild. Er worden glazen champagne geschonken en oude anekdotes opgehaald, Bernhard geniet nog éen keer van het Requiem van Mozart. Maar hoewel het positief is dat het verhaal smaakvol blijft en nergens verzandt in vals sentiment, weet het laatste etmaal van Bernhard pas tijdens de slotscene enigszins te ontroeren (mede dankzij een prachtig lied van Drentse zanger Daniel Lohues). Bovendien overstijgt de verfilming van De Goede Dood nooit echt het gelijknamige toneelstuk dat dezelfde groep acteurs eerder met veel succes in de Nederlandse theater speelde. De camera voegt maar weinig toe en in de nadrukkelijk gearticuleerde manier waarop de (bij vlagen vlijmscherpe, maar soms ook gekunsteld aandoende) dialogen worden uitgesproken, weerklinkt nog te veel de theateroorsprong van het verhaal."

Fritz de Jong in 'Het Parool' van 23 februari 2012: "Euthanasie is in ons land geen groot onderwerp meer. In de toneelverfilming De goede dood staat het recht van een doodzieke man (Wilbert Gieske) waardig uit het leven te stappen dan ook nauwelijks ter discussie. Wel zijn er in de familie meningsverschillen over het tijdstip.Stapel [brengt] botheden over het voetlicht die hem in het theater zouden laten schitteren als een schrijnend komische figuur. Maar in de nabijheid van een microfoon die tegen dit moddervette acteerwerk hoorbaar is niet opgewassen, slaat zijn optreden compleet dood. In het theater zal het door Wannie de Wijn geschreven en geregisseerde De goede dood een mengeling van ontroering en relativerende humor teweeg hebben gebracht, die zich uiteindelijk vertaalde in het winnen van de Toneel Publieksprijs. Maar de vertaalslag naar cinema hebben De Wijn en zijn op elkaar ingespeelde acteurs nergens gemaakt. Het resultaat is een praterig en veel te letterlijk stuk voorlichtingsdrama, waarin het uitblijven van echte conflicten al is besloten in de ironieloze titel. Voor betrokkenen bij euthanasie is het wellicht heel herkenbaar. Maar als gewone kijker voel je nauwelijks emotie, omdat alle gevoelige momenten worden dichtgesmeerd met theatrale gebaren die enkele maatjes te groot zijn voor de intimiteit die bij film hoort."

Kijkwijzer: 12 jaar (angst).
Trailer
Première: 23 februari 2012 (11 bioscoopzalen)
K-88 minuten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten