zaterdag 29 maart 2014

TOEN WAS GELUK HEEL GEWOON

Ineke Houtman

met: Gerard Cox (Jaap Kooijman), Joke Bruys (Nel Kooijman), Sjoerd Pleysier (Siem Stokvis), Huib Rooymans (meneer Harmsen), Katja Herbers (Ansjela), Walter Crommelin, Alexander Heeren

Scenario: Lars Boom. Het Nederlandse voetbalelftal heeft zojuist de heroïsche WK-finale verloren van aartsrivaal West-Duitsland. Het hele land is in rouw en Jaap Kooijman gooit uit pure frustratie de splinternieuwe televisie uit het raam.
Montage: Elsbeth Kasteel. Casting: Houdijn Beekhuis. Production design: Ben Zuydwijk. Make up: Iris Bakker.

Toen was geluk heel gewoon was een Nederlandse televisieserie die werd uitgezonden door de KRO tussen 2 januari 1994 en 3 juni 2009. De serie was gebaseerd op de Amerikaanse sitcom The Honeymooners. KRO-producent Frank Jansen kwam met het idee en kocht in New York de rechten bij CBS en de erven
Jackie Gleason in Los Angeles. De eerste afleveringen zijn bewerkingen van de originele scenario's van Gleason, vertaald door Gerard Cox en Sjoerd Pleijsier. Vanaf 1996 schreven Cox en Pleijsier de afleveringen zelf en werd het tempo hoger en sommige karakters excentrieker.
De titel van de serie refereert aan het refrein van het lied '1948' dat door Kees van Kooten en Wim de Bie werd geschreven en gezongen in het VARA-programma Hadimassa en dat later een bescheiden hit was voor Gerard Cox.

In 1999 won de serie zowel de Gouden Televizier-Ring (voor beste tv-programma) als Het Gouden Beeld (voor beste comedyproductie). Gerard Cox ontving tevens een Gouden Beeld, voor beste comedyacteur.

Acteur Huib Rooymans (71) zou eerst geen medewerking aan de film verlenen. Hij vond zijn rol van meneer Harmsen te klein. ''De acteur kan zich onmogelijk vinden in de nauwelijks herkenbare plaats die voor zijn personage in het scenario is ingeruimd. Daarmee staat de film volgens hem te ver af van de geest van de KRO-comedyserie'',  aldus een in juni 2013 uitgebrachte verklaring. Maar hij deed uiteindelijk wel mee.

Persreacties:
Marieke Kremer op Spitsnieuws.nl op woensdag 9 april 2014: "Opvallend nieuw detail aan het cv van Gerard Cox: hij deed mee aan twee van de meest ergerlijke Nederlandse films van de laatste tijd. Goed, het fiasco dat Het Bombardement heet is niet op zijn conto te schrijven; daarin speelde Cox slechts een bijrolletje als baas van Jan Smit. Maar miskleun Toen Was Geluk Heel Gewoon valt hem, als hoofdrolspeler, wél aan te rekenen. Want waarom eisten hij en 'echtgenote' Joke Bruijs toch geen beter script voor ze hun medewerking toezegden aan de verfilming van de gelijknamige serie, waarin ze van 1993 tot 2009 te zien waren? Ze konden toch niet hebben gedacht dat het verhaal waarmee scenarist Lars Boom en regisseur Ineke Houtman op de proppen kwamen, een ijzersterke komedie zou opleveren? Neem de volgende scènes. Buschauffeur Jaap Kooijman (Cox) zit opgesloten in een gekkengesticht omdat hij het hondje van zijn schoonmoeder heeft doodgemaakt. Hoe dat zo kwam? Nou: dat vervelende oude mens liep net met haar viervoeter onder het raam van haar dochter Nel (Bruijs) door toen het Nederlands elftal de wk-finale verloor van Duitsland, waarop Jaap de tv het raam uit mieterde. Die grap was in het tijdperk waarin Toen Was Geluk Heel Gewoon zich afspeelde – de zomer van 1974 – al gedateerd, maar goed, dat is niet het ergste. Buurman Simon Stokvis (Sjoerd Pleijsier) zet namelijk een actie op touw om Jaap te redden. Daartoe moeten hij en Jaaps collega’s van de RET het riool door. Waar hun homoseksuele baas Harmsen (Huib Rooymans) om onduidelijke redenen op het groepje achterblijft, een enorme kledder poep op zijn hoofd krijgt en dat moment uitkiest om eens lekker met zijn butler te gaan zoenen. Wie dit geestig vindt, moet beslist een kaartje kopen voor Toen Was Geluk Heel Gewoon, want de film zit vol met dit soort smakeloze, banale grappen, die op hun best vervangen worden door oubolligheid en flauwiteiten. Daar komt nog bij dat het plot van onzin aan elkaar hangt en de personages nauwelijks sympathie wekken; van dat stuk chagrijn van een Kooijman en zijn zogenaamd gewiekste vriend Simon – de meest onwaarschijnlijke vrouwenversierder ooit – tot de bijfiguren aan toe. Het is waar; Ton Kas wekt een gniffel op als zweverige yogaleraar, maar na een aantal herhalingen van dezelfde situatie gaat de lol ook daar snel vanaf. En zo’n überhomo als meneer Harmsen kan toch echt niet meer. Dit personage doet qua hysterie en overdrevenheid denken aan een combinatie van Albert Mol anno 1968 en een boef uit een Sinterklaasfilm van Martijn van Nellestijn. Waarbij die laatste nog het excuus heeft dat zijn publiek uit kleuters bestaat. De makers van Toen Was Geluk Heel Gewoon lijken echter te denken dat 50-plussers dezelfde kinderachtigheid verdienen."

Barend de Voogd op NU.nl op 9 april 2014: “ (…)Toen Was Geluk Heel Gewoon was maar liefst zestien jaar lang op televisie te zien. De KRO zond de serie uit van 1994 tot 2009, de herhalingen niet meegerekend. (…) Dat er een film zou komen lag dus voor de hand, en het succes daarvan is al even voorspelbaar. Niet omdat de film nou zo goed is, maar omdat regisseur Ineke Houtman het publiek precies geeft waar het al die jaren van genoten heeft: platte Rotterdamse humor en kolderieke typetjes. (…) Het zijn vooral het scenario, vol onwaarschijnlijkheden en plotgaten, en de hevig over-acterende bijrolspelers die irriteren. Het dieptepunt is Huib Rooijmans als mijnheer Harmsen, die met zijn vingers niet van zijn bediende Hopjes kan afblijven en zich al zwaaiend met een pleeborstel laat fotograferen in het toilet. Eigenlijk waren al die grappen over bazen, psychologen, naaktzwemmers en hippies ("Hé, halve zool! Ga naar de kapper, ken je zien waar je loopt!") in 1974 al vreselijk ouderwets. Nostalgie is natuurlijk de charme van Toen Was Geluk Heel Gewoon, maar de grappen behoren fris te zijn. Toen Was Geluk Heel Gewoon ziet er wél mooi uit. Het camerawerk van Sander Snoep en het jaren 70-decor zijn tot in de puntjes verzorgd: de kleding, de auto's, het behang, het hertje van Van Meegeren… Op een garagemuur of celwand ontdek je soms een knipoogje van de Art Department. Fijn, tussen al het moddervette buldergelach.”

André Waardenburg in 'NRC Handelsblad' van woensdag 9 april 2014: "(...) Net als de serie drijft deze film op typetjes en kluchtige humor. Wie subtiliteit zoekt, kan deze komedie met een gerust hart overlsaan. Wie echter kan lachen om een quasi-spirituele yogaleraar (Ton Kas) die Nel (Joke Bruys) het hof maakt, of het niet erg vindt dat de psychiatrische inrichting (...) bevolkt wordt door wandelende clich'es, is aan het juiste adres. Voor sommigen hilarisch, voor anderen bijzonder onleuke humor die doet denken aan oubollige kindertelevisie."

Jos van der Burg in 'Het Parool' van woensdag 9 april 2014: " (...) Ja, er gebeurt veel in TOEN WAS GELUK HEEL GEWOON, maar weinig waar de kijker om kan lachen. Dat komt doordat Kooiman geen leuke, maar een zeikerige mopperaar is met slappe vaatdoekhumor. Voorbeeld? Als de rechter hem ontoerekenigsvatbaar verklaart, zegt Kooijman dat het klopt, want hij kan heel goed rekenen en is erg vatbaar. Schuddebuiken. Alleen Ton Kas als Hollandse Indiagoeroe, die met zijn quasispirituele praatjes Nel inpalmt, weet soms de lach te vinden. Het is te weinig voor een geslaagde komedie."

Kijkwijzer: 6 jaar (geweld, grof taalgebruik).
IMDb
Trailer
Site
Première: 10 april 2014 (102 bioscoopzalen)
K-90 minuten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten