Tim Oliehoek
met: Geza Weisz (Wiplala), Peter Paul Muller
(vader Blom), Sasha Mylanus (Johannes), Kee Ketelaar (Nella Della), Peter van
den Begin (ober), Jack Wouterse (gemeenteambtenaar), Cas Jansen (dokter Vink),
Pepijn Cladder (politieman restaurant), Maurice Nathan Weert (verslaggever),
Hans Kesting (Atlas), Ferdi Stofmeel (verslaggever), Mamoun Elyounoussi
(pizzabezorger), Christel de Laat (politieagent plein), Anneke Sluiters (zuster
Laura), Paul Kooij (Arthur Hollidee), Wil van der Meer (manager), René Groothof
(oude man met hond), Manon Nieuweboer (vrouw met kerstmandje), Gerard Rikkelman
(coach), Conny Wilhelmus (chique dame), Stanley Hau (Ming), Sander Huisman
(politieman plein), Vera Ho (Chinese oma)
Scenario: Tamara Bos,
gebaseerd op het gelijknamige boek van Annie M.G. Schmidt. Het verhaal gaat over
een 10 centimeter groot mannetje genaamd Wiplala, dat bij toeval in het
keukenkastje gevonden wordt door het negenjarige zoontje van de familie Blom.
Wanneer hij per ongeluk het hele gezin net zo klein tinkelt als hijzelf, begint
een spannend avontuur over hele kleine mensen in een hele grote wereld.
Producent: Burny Bos, Mieke de Bruijn, Jacqueline de Goeij, Brigitte
Kerger-Santos, Addy Otto, Eefje Smulders, Jani Thiltges, Mylene Verdurmen.
Muziek: André Dziezuk. Camera: Rolf Dekens. Montage: Bert Jacobs. Casting:
Shanti Besseling, Job Castelijn, Elske Falkena. Stunt coördinator: Willem de
Beukelaer.
Het voor Nederlandse begrippen hoge budget is bijna zes miljoen euro.
Ruwweg de helft daarvan is voor de effecten. De eerste vier Annie M.G.
Schmidt-films verschenen vanaf Abeltje (1998) zo om de twee jaar. Maar tussen
Pluk en Wiplala zit maar liefst tien jaar.
In vergelijking tot het boek is er
meer spektakel toegevoegd, zoals dat autootje en de hond die hen bedreigt. De
introductie van Wiplala is spannender gemaakt. In het boek en in de eerste
scenarioversie leert hij direct alle leden van de familie Blom kennen, maar nu
gaat het meer stapsgewijs. Nu is de negenjarige Johannes eerst de enige die van
hem weet. Er ontstaat een soort verboden vriendschap tussen die twee, dat kan je
goed gebruiken als spanningsboog.
Regisseur Tim Oliehoek over Géza Weisz: „Voor
Wiplala dacht ik meteen aan Géza. Hij heeft een guitig hoofd en hij is
ambitieus. Maar we gingen eerst op zoek naar een jongen van een jaar of 13, 14.
Zoveel goede jonge acteurs zijn langsgekomen, maar een echte Wiplala vonden we
niet. Dus na één jaar kwam Géza toch auditie doen en meteen had hij de juiste
toon en uitstraling. Hij stond er op blote voeten en had zichzelf wat jonger
gemaakt met zijn haar en make-up. Het klopte gewoon.”
Bos: "We streven naar één
miljoen bezoekers. Bij een voorvertoning voor bioscoopexploitanten moesten
sommigen een traantje wegpinken."
Persreacties:
Erik Jonk in 'Metro' van
woensdag 19 november 2014: "(...) goeie Géza Weisz (...) Het autootje zat niet
in het eerste script, maar is door regisseur Tim Oliehoek bedacht en toegevoegd.
Dat is een goede beslissing en brengt deze avonturenfilm voor het hele gezin een
extra ster. Wat een geweldige beelden levert de tocht in de hoofdstad op. Het
rode autootje scheurt tussen fietsers door in de doorgang van het Rijksmuseum,
belandt op de ijsbaan van het Museumplein, wordt gegrepen door een hond en ramt
een paar flessen als in de grootste stuntfilm. (...) De acteurs zullen heel wat
uren voor een greenscreen hebben doorgebracht, maar dat is niet vaak te merken.
Producent BosBros trok er 5,8 miljoen euro voor uit. Zo kon Oliehoek aan de haal
met alles wat groot en klein speciaal kan maken in een film vol stunts. Wiplala
die dreigt met een punaise als zwaard, Wiplala die rondbaddert in een pot
pindakaas, Wiplala die zijn haar laat kammen met een tandenborstel, het genoemde
speelgoedautootje en de beroemde vlucht op een duif: het pakt allemaal mooi uit.
Ga naar de bioscoop want: Je hebt jezelf en je hele gezin waarschijnlijk in een
zware depressie getinkeld, als je deze uiteindelijke vrolijke film niet trekt.
BosBros was eerder al goed voor absolute kaskrakers (Minous, Abeltje, zie kader)
en dat kan met deze Wiplala ook wel eens het geval zijn. Heb je kinderen,
neefjes, nichtjes: ga gerust. Kinderen zullen een eigen tinkelende Wiplala in de
voorraadkast willen vinden, voor volwassenen is er genoeg leuks. Het tot leven
komen van Atlas bijvoorbeeld, die al tweehonderd jaar op het Paleis op de Dam
een hemelgewelf op zijn schouders draagt. De rol van Hans Kesting is kort, maar
indrukwekkend en droogkomisch."
Peter de Bruijn in 'NRC Handelsblad' van
woensdag 19 november 2014: "Het boek verscheen in 1957. De film is er pas nu,
want nu pas zijn de speciaIe effecten die nodig zijn ook voor Nederlandse
filmmakers binnen handbereik gekomen. Die zien er soms nog best wel knullig uit,
maar wel op een charmante manier: dat geldt vooral voor de uitvergrote
rekwisieten. De film beweegt zich over een dunne lijn: Wiplala magwel een beetje
nostalgisch zijn, met dat knusse beeld van Amsterdam - en de film is daarmee
helemaal geschikt voor de maand december - maar niet oubollig. Dat is heel
redelijk gelukt, vooral omdat actiespecialist Tim Oliehoek er gaandeweg meer
vaart inzet, en al zijn kaarten heeft gezet op de handeling. Na een haperend en
aarzelend begin komt de film steeds beter op stoom, met als hoogtepunt een
ontmoeting met het beeld van Atlas op het dak van het Paleis op de Dam. De
personages hebben wel een beetje psychologie meegekregen - met een geleerde
vader die te veel met zijn hoofd in de boeken zit voor zijn onderzoek naar
'complimentgedrag bij de Grieken en Romeinen', een bokkig zusje en een broertje
dat vindt dat hij niet gezien wordt. Maar dat komt niet of nauwelijks uit de
verf. Wiplala charmeert met vlotte, dappere avonturen, die nooit te plat ofte
jolig zijn. De film doet gelukkig ook geen poging om - over de hoofden van de
jonge kinderen heen - de ouders en grootouders direct aan te spreken. Wiplala is
innemend, pretentieloos kindervermaak. Mooi dat zulke jeugdfilms niet alleen uit
Hollywood hoeven te komen."
Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad' van donderdag 20
november 2014: "(...) De verfilming van Wiplala heeft zonüer twijfel enige
charme, maar echt ontwapenend is de film niet. Daarvoor acteren de kinderen te
stroef en is de humor wel erg dun gezaaid. Wat meer tinkelen met het scenario
had de film zeker beter gemaakt."
Pauline Kleijer in 'de Volkskrant' van 20
november 2014: "Een Wiplala, in 1957 voor het eerst beschreven door Annie M.G.
Schmidt, is geen kabouter. Hij is een Wiplala, en zo heet hij ook. In de film
Wiplala, naar het gelijknamige boek, moet het kleine mannetje (zo'n tien
centimeter hoog) het veelvuldig uitleggen. Dat doet hij niet met veel woorden:
Wiplala is bepaald geen prater. Géza Weisz, die de titelheld speelt, heeft zelfs
zo weinig tekst dat het elke keer even schrikken is wanneer hij wél wat zegt.
Het is ook om andere redenen geen makkelijke rol: om later digitale effecten te
kunnen toevoegen, acteerde Weisz voornamelijk voor een groen scherm. Dat doet
hij goed (...) De nadruk op de stunts lijkt soms ten koste te gaan van de
rustige scènes. Het huiselijke drama van Johannes blijft wat vlak, maar dat is
een klein bezwaar bij een charmante film die de laconieke toon van Annie M.G.
Schmidt respecteert en zichzelf niet probeert te overschreeuwen."
Jann Ruyters
in 'Trouw' van donderdag 20 november 2014: " (...) Dat deze genoeglijke
kerstfamiliefilm het net niet haalt bij 'Minoes', van alle geslaagde
Schmidtverfilmingen van BosBros nog steeds de beste, ligt aan de - gezien alle
effecten - soms haperende acteursregie. Geza Weisz is okay maar minder verfijnd
als Wiplala dan Carice van Houten was als poes. En Peter Paul Muller speelt net
wat minder aandoenlijk dan Theo Maassen het type wereldvreemde boekenwurm waar
Annie M.G. Schmidt het patent op heeft. Daar staat tegenover dat Schmidts
'Wiplala' als avontuur ontroerend en niet te versmaden is. Welk kind wil nu niet
mee met zo'n impulsief minivriendj e van een vinger hoog, die soms kan tinkelen
(toveren) en soms ook niet, maar er wel in slaagt om je op de rug van een duif
mee te voeren over de grachten naar het dak van het paleis."
Mike Peek in 'Het
Parool' van woensdag 19 november 2014: " Ooit vielen Annie M.G.-verfilmingen als
rijpe appelen de bioscoopzaal binnen, maar na Pluk van de Petteflet bleef het
acht jaar stil. Een budgetkwestie. De gewenste opvolger, Wiplala, zou zeker voor
Nederlandse begrippen een special-effectsextravaganza moeten worden. Nu de film
er eindelijk is, kun je stellen dat BosBros beter nóg iets langer had kunnen
wachten. (...) De bezigheid van de moeder blijft een abstract
acntergrondgegeven; boekensteunen waarbinnen het verhaal zich afspeelt. Het is
wel erg jammer dat de schaal van dat verhaal niet overtuigt. Wiplala kostte
liefst 6,5 miljoen euro, maar een film als Honey, I shrunk the kids, toch alweer
25 jaar oud, heeft veel grootsere decors en maakt veel geloofwaardiger dat de
hoofdrolspelers daadwerkelijk als miniaturen van zichzelf in een enorme wereld
rondlopen. In Wiptala worden de achtergronden continu onscherp gehouden en dan
nog ziet een handvol scènes er simpelweg lelijk uit. Dat geldt overigens niet
voor de grote finale, waarin de hoofdrolspelers per digitale duif over Amsterdam
vliegen. Zowel het beest zelf als de beelden van de stad zijn erg fraai. Toch is
dat qua spektakel niet eens het hoogtepunt. Op verzoek van regisseur Tim
Oliehoek, nooit vies van wat adrenaline, werd een race per radiografisch
bestuurbare auto opgenomen. Een heerlijke scène die dooi de fietserstunnel van
het Rijksmuseum leidt en over de ijsbaan op het Museumplein. Uiteindelijk komt
de auto tot stilstand dankzij een flinke hond, die er eens flink mee begint te
schudden. Een soort miniatuurhommage aan Jurassic Park. Had Annie vast om kunnen
lachen."
Kijkwijzer: Alle Leeftijden.
Trailer
IMDb
Première: 19 november 2014 (124
bioscoopzalen)
K-93 minuten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten