zaterdag 29 maart 2014

TOEN WAS GELUK HEEL GEWOON

Ineke Houtman

met: Gerard Cox (Jaap Kooijman), Joke Bruys (Nel Kooijman), Sjoerd Pleysier (Siem Stokvis), Huib Rooymans (meneer Harmsen), Katja Herbers (Ansjela), Walter Crommelin, Alexander Heeren

Scenario: Lars Boom. Het Nederlandse voetbalelftal heeft zojuist de heroïsche WK-finale verloren van aartsrivaal West-Duitsland. Het hele land is in rouw en Jaap Kooijman gooit uit pure frustratie de splinternieuwe televisie uit het raam.
Montage: Elsbeth Kasteel. Casting: Houdijn Beekhuis. Production design: Ben Zuydwijk. Make up: Iris Bakker.

Toen was geluk heel gewoon was een Nederlandse televisieserie die werd uitgezonden door de KRO tussen 2 januari 1994 en 3 juni 2009. De serie was gebaseerd op de Amerikaanse sitcom The Honeymooners. KRO-producent Frank Jansen kwam met het idee en kocht in New York de rechten bij CBS en de erven
Jackie Gleason in Los Angeles. De eerste afleveringen zijn bewerkingen van de originele scenario's van Gleason, vertaald door Gerard Cox en Sjoerd Pleijsier. Vanaf 1996 schreven Cox en Pleijsier de afleveringen zelf en werd het tempo hoger en sommige karakters excentrieker.
De titel van de serie refereert aan het refrein van het lied '1948' dat door Kees van Kooten en Wim de Bie werd geschreven en gezongen in het VARA-programma Hadimassa en dat later een bescheiden hit was voor Gerard Cox.

In 1999 won de serie zowel de Gouden Televizier-Ring (voor beste tv-programma) als Het Gouden Beeld (voor beste comedyproductie). Gerard Cox ontving tevens een Gouden Beeld, voor beste comedyacteur.

Acteur Huib Rooymans (71) zou eerst geen medewerking aan de film verlenen. Hij vond zijn rol van meneer Harmsen te klein. ''De acteur kan zich onmogelijk vinden in de nauwelijks herkenbare plaats die voor zijn personage in het scenario is ingeruimd. Daarmee staat de film volgens hem te ver af van de geest van de KRO-comedyserie'',  aldus een in juni 2013 uitgebrachte verklaring. Maar hij deed uiteindelijk wel mee.

Persreacties:
Marieke Kremer op Spitsnieuws.nl op woensdag 9 april 2014: "Opvallend nieuw detail aan het cv van Gerard Cox: hij deed mee aan twee van de meest ergerlijke Nederlandse films van de laatste tijd. Goed, het fiasco dat Het Bombardement heet is niet op zijn conto te schrijven; daarin speelde Cox slechts een bijrolletje als baas van Jan Smit. Maar miskleun Toen Was Geluk Heel Gewoon valt hem, als hoofdrolspeler, wél aan te rekenen. Want waarom eisten hij en 'echtgenote' Joke Bruijs toch geen beter script voor ze hun medewerking toezegden aan de verfilming van de gelijknamige serie, waarin ze van 1993 tot 2009 te zien waren? Ze konden toch niet hebben gedacht dat het verhaal waarmee scenarist Lars Boom en regisseur Ineke Houtman op de proppen kwamen, een ijzersterke komedie zou opleveren? Neem de volgende scènes. Buschauffeur Jaap Kooijman (Cox) zit opgesloten in een gekkengesticht omdat hij het hondje van zijn schoonmoeder heeft doodgemaakt. Hoe dat zo kwam? Nou: dat vervelende oude mens liep net met haar viervoeter onder het raam van haar dochter Nel (Bruijs) door toen het Nederlands elftal de wk-finale verloor van Duitsland, waarop Jaap de tv het raam uit mieterde. Die grap was in het tijdperk waarin Toen Was Geluk Heel Gewoon zich afspeelde – de zomer van 1974 – al gedateerd, maar goed, dat is niet het ergste. Buurman Simon Stokvis (Sjoerd Pleijsier) zet namelijk een actie op touw om Jaap te redden. Daartoe moeten hij en Jaaps collega’s van de RET het riool door. Waar hun homoseksuele baas Harmsen (Huib Rooymans) om onduidelijke redenen op het groepje achterblijft, een enorme kledder poep op zijn hoofd krijgt en dat moment uitkiest om eens lekker met zijn butler te gaan zoenen. Wie dit geestig vindt, moet beslist een kaartje kopen voor Toen Was Geluk Heel Gewoon, want de film zit vol met dit soort smakeloze, banale grappen, die op hun best vervangen worden door oubolligheid en flauwiteiten. Daar komt nog bij dat het plot van onzin aan elkaar hangt en de personages nauwelijks sympathie wekken; van dat stuk chagrijn van een Kooijman en zijn zogenaamd gewiekste vriend Simon – de meest onwaarschijnlijke vrouwenversierder ooit – tot de bijfiguren aan toe. Het is waar; Ton Kas wekt een gniffel op als zweverige yogaleraar, maar na een aantal herhalingen van dezelfde situatie gaat de lol ook daar snel vanaf. En zo’n überhomo als meneer Harmsen kan toch echt niet meer. Dit personage doet qua hysterie en overdrevenheid denken aan een combinatie van Albert Mol anno 1968 en een boef uit een Sinterklaasfilm van Martijn van Nellestijn. Waarbij die laatste nog het excuus heeft dat zijn publiek uit kleuters bestaat. De makers van Toen Was Geluk Heel Gewoon lijken echter te denken dat 50-plussers dezelfde kinderachtigheid verdienen."

Barend de Voogd op NU.nl op 9 april 2014: “ (…)Toen Was Geluk Heel Gewoon was maar liefst zestien jaar lang op televisie te zien. De KRO zond de serie uit van 1994 tot 2009, de herhalingen niet meegerekend. (…) Dat er een film zou komen lag dus voor de hand, en het succes daarvan is al even voorspelbaar. Niet omdat de film nou zo goed is, maar omdat regisseur Ineke Houtman het publiek precies geeft waar het al die jaren van genoten heeft: platte Rotterdamse humor en kolderieke typetjes. (…) Het zijn vooral het scenario, vol onwaarschijnlijkheden en plotgaten, en de hevig over-acterende bijrolspelers die irriteren. Het dieptepunt is Huib Rooijmans als mijnheer Harmsen, die met zijn vingers niet van zijn bediende Hopjes kan afblijven en zich al zwaaiend met een pleeborstel laat fotograferen in het toilet. Eigenlijk waren al die grappen over bazen, psychologen, naaktzwemmers en hippies ("Hé, halve zool! Ga naar de kapper, ken je zien waar je loopt!") in 1974 al vreselijk ouderwets. Nostalgie is natuurlijk de charme van Toen Was Geluk Heel Gewoon, maar de grappen behoren fris te zijn. Toen Was Geluk Heel Gewoon ziet er wél mooi uit. Het camerawerk van Sander Snoep en het jaren 70-decor zijn tot in de puntjes verzorgd: de kleding, de auto's, het behang, het hertje van Van Meegeren… Op een garagemuur of celwand ontdek je soms een knipoogje van de Art Department. Fijn, tussen al het moddervette buldergelach.”

André Waardenburg in 'NRC Handelsblad' van woensdag 9 april 2014: "(...) Net als de serie drijft deze film op typetjes en kluchtige humor. Wie subtiliteit zoekt, kan deze komedie met een gerust hart overlsaan. Wie echter kan lachen om een quasi-spirituele yogaleraar (Ton Kas) die Nel (Joke Bruys) het hof maakt, of het niet erg vindt dat de psychiatrische inrichting (...) bevolkt wordt door wandelende clich'es, is aan het juiste adres. Voor sommigen hilarisch, voor anderen bijzonder onleuke humor die doet denken aan oubollige kindertelevisie."

Jos van der Burg in 'Het Parool' van woensdag 9 april 2014: " (...) Ja, er gebeurt veel in TOEN WAS GELUK HEEL GEWOON, maar weinig waar de kijker om kan lachen. Dat komt doordat Kooiman geen leuke, maar een zeikerige mopperaar is met slappe vaatdoekhumor. Voorbeeld? Als de rechter hem ontoerekenigsvatbaar verklaart, zegt Kooijman dat het klopt, want hij kan heel goed rekenen en is erg vatbaar. Schuddebuiken. Alleen Ton Kas als Hollandse Indiagoeroe, die met zijn quasispirituele praatjes Nel inpalmt, weet soms de lach te vinden. Het is te weinig voor een geslaagde komedie."

Kijkwijzer: 6 jaar (geweld, grof taalgebruik).
IMDb
Trailer
Site
Première: 10 april 2014 (102 bioscoopzalen)
K-90 minuten

PIM & POM DE FILM : HET GROTE AVONTUUR

Gioa Smid

met de stemmen van: Georgina Verbaan (Pim), Tjitske Reidinga (Pom), Peter Paul Muller (Johnny), Plien van Bennekom (Tjeesje), Bianca Krijgsman (Sjaantje)

Scenario: Fiona van Heemstra, Tingue Dongelmans, naar de karakters van Mies Bouhuys. De twee katten Pim en Pom zijn elkaars beste vrienden en wonen samen bij hun baasje de Vrouw. Als de nichtjes Treesje en Sjaantje op bezoek komen, nemen ze de poezen mee naar het park voor een picknick. Zij willen dolgraag de katten zelf houden en bedenken daarvoor stiekem een plan. Als Pim en Pom weten te ontsnappen aan de nichtjes, verdwalen ze en moeten samen op straat overleven. Daar ontmoeten ze een straatkattenbende die hun vriendschap op de proef stelt. Gaat het Pim en Pom lukken om samen te blijven en hun baasje terug te vinden?

Productie: Michiel de Rooij, Gioia Smid, Hans van der Voort, Sabine Veenendaal. Art direction, supervising animator: Marieke van Middelkoop. Muziek: Alex Debicki. Liedjes: Joren van der Voort. Liedjes gezongen door: Do, Jerusa, Huub van der Lubbe, Peter Paul Muller, Acda & De Munnik. Geluid: Arno Peeters. Adviezen: Hans Walther. Distributie: Benelux Film Distributors. 

De eerste lange 2D animatiefilm van Nederlandse bodem sinds dertig jaar.

Pim & Pom De Film is een oorspronkelijk scenario voor de animatiefilm gebaseerd op de illustraties van Fiep Westendorp en de karakters van Mies Bouhuys.
Pim en Pom waren de katten van Mies Bouhuys. Tekenares Fiep Westendorp maakte vanaf 1958 illustraties bij de verhaaltjes die Mies Bouhuys schreef over haar eigen katten Pim en Pom. Die verhaaltjes, versjes en dialogen verschenen tien jaar lang op de Kinderpagina van de krant Het Parool.Fiep verzon geheel eigen katten met een ovaalvormige kop, neus en ogen als drie rondjes op een lijn, heel korte pootjes en een korte staart. Een echte ‘Fiep-kat’.

Gioia Smid, conservator van het werk van Fiep Westendorp, nam zelf het initiatief om een speelfilm over Pim en Pom te maken. In 2003 vond Gioia Smid tijdens het archiveren van de tekeningen van Fiep zakken vol met tekeningen van Pim en Pom in de badkamerkastjes bij Fiep thuis. Fiep en Mies concludeerden dat veel materiaal nog nooit eerder was uitgebracht in boekvorm en zo kwam er in 2004 een nieuw boek: Pim en Pom blijven vriendjes. Tegelijkertijd ontstond het idee voor het maken van een tekenfilmserie. Fiep Westendorp overleed in 2004, zij heeft dit jammer genoeg niet meer mee kunnen maken. Mies Bouhuys heeft de eerste afleveringen van de tekenfilmserie nog kunnen zien vlak voor zij overleed in 2008 en ze
was er zeer enthousiast over.

De tekenfilmserie, die te zien was bij Nick JR, verschillende belangrijke prijzen, waaronder de Cinekid Kinderkast Award (zowel in 2010 als in 2011). De serie is verkocht aan verschillende buitenlandse televisiezenders, zodat ook kinderen in o.a. Japan, Scandinavië, Slovenië en de Arabische landen konden genieten van de avonturen van de twee katten. Pim en Pom hebben ook een eigen app, knuffels, DVD’s, servies en boeken.

Persreacties:
Leo Bankersen in 'de Filmkrant' van april 2014: "Zo kan het dus ook. Je niets aantrekken van de computeranimatietrend met 3D-effecten. Besluiten dat de eigenwijze manier waarop Fiep Westendorp de poezen Pim en Pom tekende gewoon prima is, ook als ze tot leven moeten komen. Die aanpak bepaalt de sfeer van Pim & Pom: Het grote avontuur, een animatiefilm die aangenaam tijdloos is en eenvoud tot kunst heeft verheven. (...) De door Gioia Smid geregisseerde bioscoopfilm die we nu zien ligt in het verlengde van de eerder onder haar supervisie tot stand gekomen reeks korte Pim & Pom-animatiefilmpjes. Deze op Nickelodeon uitgezonden serie werd in 2010 en 2011 bekroond met de Cinekid Kinderkast Award voor Beste Kinderprogramma. De film is nu geselecteerd voor kinderfilmfestival TIFF Kids in Toronto. De charme van de door Georgina Verbaan en Tjitske Reidinga van stem voorziene Pim en Pom is dat het poezen zijn die zich gedragen als kinderen. In Het grote avontuur ontsnappen ze tijdens een picknick in het bos aan de nichtjes van de Vrouw, twee brutale meisjes die snode plannen met de katten hebben. Het verhaal op zich is niet bijster verrassend, soms zelfs een beetje aan de brave kant. Maar de toon wordt vooral gezet door het parmantige karakter van de poezen en andere figuren, waardoor het ook voor de volwassen kijkers plezierig genoeg is. De frisheid van de film zit hem daarnaast in de bijna gewaagd eenvoudige, sterk grafische stijl die heel dicht bij het werk van Westendorp is gebleven. Achtergronden zijn soms simpele kleurvlakken, en tijdens intermezzo's maken vrolijke slingers en andere abstracte figuren soms een dansje met Pim en Pom. Het gebruik van overwegend zachte pasteltinten is misschien wat veel van het goede, maar het loslaten van het realisme heeft ook iets feestelijks. De zon staat als een versiering aan de hemel en zelfs zonder getekende mondjes zijn de poezen expressief genoeg. Er zijn zelfs enkele scènes die aan Tati doen denken. De kleuters kijken ongetwijfeld hun ogen uit."

Jos van der Burg in 'Het Parool' van woensdag 9 april 2014: " (...) Wat meteen opvalt, is de liefdevolle omgang van de makers met Westendorps erfenis. (...) geen tekenkunstige hoogstandjes, maar in primaire kleuren getekende heldere figuurtjes en objecten. De katten hebben geen mond en hun ogen en neus bestaan uit cirkeltjes. Ook zijn de tekeningen perspectiefloos. Gek genoeg maakt Westendorps strakke tekenstijl nog steeds een moderne indruk. (...) PIM & POM, HET GROTE AVONTUUR, waarin als grapje Westendorps Jip en Janneke ook nog even opduiken, is een spannende en vrolijke animatiefilm voor kleine kinderen. En ouderen zien een fraaie hommage aan het werk van Fiep Westendorp."

Peter de Bruijn in 'NRC Handelsblad' van woensdag 9 april 2014: "(...) De schetsmatige, kleurrijke, hoekige tekenstijl van Westendorp is in geen enkel opzicht gedateerd. Voor zover de wereld van haar figuurtjes aan het verleden doet denken, is dat juist een pluspunt: de tekeningen hebben sfeer, stijl en klasse die met de tijd alleen maar chiquer oogt. Dat geldt wat minder voor de personages en voor dit verhaal (...) wat al te eenduidig nare meisjes en ook aan hun bazin (...) valt weinig te beleven. (...) Aan de film kleven de bezwaren van vele debuutfilms: het ritme is net niet helemaal goed, veel scènes gaan een paar seconden te lang door of komen te traag op gang. Daar staan de uitbundige en swingende actiescènes tegenover (...) Die zijn grafisch oogstrelend. De liedjes van Joran van der Koop zijn sterk, en niet te lang, en worden door uitvoerders als Acda & De Munnik en Huub van der Lubbe op niveau uitgevoerd - al komen al de artiesten vooral hun bekende kunstje herhalen. Dat geldt ook voor Peter Paul Muller, volkszanger Martin Morero in Gooische Vrouwen, die straatkat Johnny insprak. Maar hij geeft aan de film wel het lef en de schwung die de film goed kan gebruiken."
Genre: Familiefilm. Doelgroep: kleuters (4-7 jaar) en hun ouders.
Facebook
Site
IMDb
Trailer
Première: 9 april 2014 (107 bioscoopzalen)
K-70 minuten

LUCIA DE B.

Paul van der Oest

met: Ariane Schluter (Lucia de Berk), Sallie Harmsen (Judith Jansen), Annet Malherbe (Ernestine Johansson), Fedja van Huêt (Quirijn Herzberg), Barry Atsma (Jaap van Hoensbroeck), Marwan Kenzari (rechercheur Ron Leeflang), Marcel Musters (rechercheur Henk Bos), Amanda Ooms (Jenny), Jobst Schnibbe (moteleigenaar), Reinout Bussemaker (voorzitter Dresden), Fockeline Ouwerkerk (Joosje), Isis Cabolet (Fabiënne), Hubert Fermin (voorzitter CEAS), Bas Keijzer (Peter), Ellen Parren (moeder van overleden baby), Belinda van der Stoep (Surinaamse medegevangene), Ronald Top (rechter-commissaris Krol), Betty Schuurman (voorzitter Spanjer), Lineke Rijxman (dokter Barbara Kobus), Jochum ten Haaf (pathaloog-anatoom), Maartje Remmers (Antoinette), Annemarie Prins (oma Lucia), Marleen Stolz (bewaakster), Hugo Koolschijn (toxicoloog Vos), Ad Knippels (Theo Bakker), Saskia Bruinsma (bewaakster), Carolien Jilesen (bewaakster), Mira van der Lubbe (bewaakster), Ingeborg Ansing (bewaakster), Sophie Wezer (bewaakster), Jaap Maarleveld (opa Lucia), Kaltoun el Fan (Diana), Alexander de Bruin (vader van overleden baby), Shannon van de Water (jonge Lucia Berk; 16), Lykele Muus (journalist), Pieternel Pouwels (moeder van Lucia), Dichi Wit (ex-junkie met baby), Verie Thijsen (Petra), Nico de Vries (Paul Johansson)

Scenario: Moniek Kramer, Tijs van Marle. Lucia de Berk (Schluter) is een eigenzinnige verpleegster, die argwaan wekt als ze voor de zoveelste keer bij een onverklaarbaar sterfgeval betrokken is. Een baby van slechts een paar maanden oud. Het ziekenhuis schakelt de politie en het Openbaar Ministerie in en de jonge parketsecretaris Judith (Harmsen) krijgt het dossier van Lucia de B. op haar bureau. Het onderzoek naar de ‘Engel des Doods’, zoals de pers Lucia noemt, is zwaar. Ze heeft geen sporen achtergelaten en weigert met de rechercheurs te praten. Toch wordt ze, dankzij een bloedtest, uiteindelijk veroordeeld tot levenslang voor vier moorden en drie pogingen ertoe. Kort hierna worden er echter vraagtekens gezet bij de betrouwbaarheid van de test en Judith begint te twijfelen. Haar baas (Malherbe) wilt hier niet van horen en in Hoger Beroep krijgen zij Lucia opnieuw veroordeeld, nu zelfs levenslang met TBS. Mede dankzij het
harde werk dat Judith heeft verricht...

Rinkel Film (ACHTSTE-GROEPERS HUILEN NIET, VAN GOD LOS, SÜSKIND) produceerde
de film in coproductie met de NCRV, het Zweedse Filmkreatorerna, het Luxemburgse Lucil Film en het Belgische Living Stone. In samenwerking met Gemeente Den Haag en de Gemeente Amsterdam. De film is gefinancierd door het Nederlands Filmfonds, het CoBO Fonds, de NCRV, het Zweeds
Filminstituut, Rinkel Film en de Belgische Tax Shelter.

Producent: Reinier Selen. Muziek: Adam Norden. Camera: Guido van Gennep. Montage: Marcel Wijninga. Casting: Leonie Luttik. Production design: Harry Ammerlaan. Kostuums: Ellen Lens. Make up: Marly van de Wardt. Special effects: Rob Hillenbrink. Distributeur: Independent Films.

Opgenomen in: Den Haag. Op 5 juni 2013 startten de opnames.

Alle versies van het scenario zijn met Lucia de Berk besproken. Lucia wilde bijvoorbeeld niet een scène waarbij een arts in haar decolleté keek. (Bron: Plot, zomer 2013). De film wordt verteld vanuit de fictieve parketsecretaris Judith. De echte klokkenluider Metta de Noo is in de eindversie geschrapt.

Persreacties:
Jos van der Burg in 'de Filmkrant' van april 2014: "De veroordeling tot levenslang voor zeven moorden van verpleegster Lucia de Berk is misschien de grootste gerechtelijke blunder uit de Nederlandse geschiedenis. De gedramatiseerde reconstructie Lucia de B. laat zien hoe tunnelvisie ontstaat. (...) verpleegster Lucia de B. met Haagse tongval uitstekend gespeeld door Ariane Schluter (...)  Lucia de B. gaat over tunnelvisie. Overtuigend laat de film zien hoe zoiets ontstaat. Doordat iedereen wil geloven dat de verpleegster een seriemoordenares is, worden alle gebeurtenissen en feiten zo geïnterpreteerd dat er maar één uitkomst mogelijk is. Als de openbare aanklager bij Lucia geen emotie ziet als ze wordt opgesloten, verbaast haar dat niet, omdat het past bij het profiel van een psychopaat. Wat ze niet ziet, is dat de vrouw even later in haar eentje als één brok wanhoop in haar cel in huilen uitbarst. Omdat de openbare aanklager geen harde bewijzen voor haar schuld heeft, grijpt zij naar het dubieuze juridische middel van het schakel- of kettingbewijs: als één moord kan worden bewezen, zijn de andere sterfgevallen ook moorden, omdat ze in een patroon passen. Omdat de rechter de (gif)moord op de baby bewezen acht, wordt Lucia voor vier moorden (in hoger beroep zeven) tot levenslang veroordeeld. Daarna begint de lange gruwelweg naar heropening van de zaak, waarin steeds meer betrokkenen ervan overtuigd raken dat er sprake is van een rechterlijke dwaling. De omslag wordt gepersonifieerd door de parketwachter. Als uit een verdonkeremaand autopsierapport over de baby blijkt dat het kind niet aan vergiftiging is overleden loopt zij over naar de 'andere kant'. De sluitende puzzel van justitie blijkt een vergiet, met uiteindelijk vrijspraak als resultaat. Lucia de B. is een keurige gedramatiseerde reconstructie van de affaire, die iets teveel aan tv-drama doet denken. De film was indringender geweest als hij volledig vanuit het perspectief van de verpleegster was gemaakt. Het verzonnen dramatische lijntje tussen de openbare aanklager en de 'overlopende' parketwachter voelt namelijk geforceerd en overbodig. En wat willen de makers betogen met de flashbacks van Lucia's jeugd in een ontspoord gezin, waarin haar moeder haar de prostitutie indreef? Zegt het iets over het latere drama dat ze een akelige jeugd had? Interessanter zijn de terloopse verwijzingen naar de rol van de media in de affaire, die tot een mediahype leidde. Mediasocioloog Peter Vasterman stelt in zijn boek Mediahypes dat de journalistieke interesse bij een mediahype uitsluitend is gericht "op bevestiging van één perspectief, waardoor de negatieve feiten, interpretaties en opinies de berichtgeving zullen domineren." Dit is exact wat er gebeurde in de affaire Lucia de B. De media maakten van de verpleegster een heks. Met woorden — de verpleegster heette al snel 'de engel des doods' en benadrukt werd haar prostitutieverleden — maar ook met beelden. Rechtbanktekenaars maakten haar tot karikatuur. "De kranten zijn gek geworden", stelt Lucia's man, een nuchtere Hagenaar, in de film onthutst vast. Hoeveel invloed hadden de mediahype en de sociale commotie op justitie? In de film beschuldigt Lucia's advocaat (Fedja van Huêt) de rechter ervan dat hij onder invloed van de 'massahysterie' klakkeloos de ondeugdelijke bewijsvoering heeft overgenomen. Hij spreekt van een heksenjacht. Op zijn minst heeft hij een punt. Schrijver Maarten 't Hart, die zich inspande voor heropening van de zaak, verwoordde het zo: "Wij denken dat wij redelijke wezens zijn, dat wij niet geleid worden door angsten, door irrationele, duistere waanvoorstellingen. Toch is de zaak Lucia de B. aan het rollen gebracht door een waanidee." De Middeleeuwen zijn minder ver weg dan we denken."

Kijkwijzer: 12 jaar (geweld, grof taalgebruik).
Trailer
IMDb
Première: 3 april 2014
K-97 minuten

donderdag 13 maart 2014

HARTENSTRAAT

Sanne Vogel

met: Benja Bruijning (Thomas), Tygo Gernandt (Bas), Marwan Kenzari (Daan), Georgina Verbaan (Mara), Bracha van Doesburgh (Katje), Hannah Hoekstra (Joni), Egbert Jan Weeber (Rein), Kees Boot (Lucas), Susan Visser (Mirjam), Rifka Lodeizen (Joke), Gigi Ravelli, Jan Kooijman (Wesley), Manuel Broekman, Kitty Courbois (Bep), Sanne Vogel (Annabel), Frits Lambrechts (Aart), Diederik Ebbinge (Ron), Terence Schreurs, Dirk Zeelenberg,Noah Valentyn (Rohit), Pip Pellens, Anne-Marie Jung, Sieger Sloot (Jacob), Nadia Koetje (Saar), Pepijn Lanen, Patrick Martens (presentator), Stacey Rookhuizen (Inge), Mayday

Scenario: Judith Goudsmit. In dit dorpje in de stad lijkt iedereen op zoek naar liefde. Zoals de onverbeterlijke rokkenjager Bas, de senioren Bep en Aart en het gesettelde stel Rein en Jacob. De enige die niet op zoek is naar liefde, is Daan. Hij woont hier met zijn dochter Saar in de Hartenstraat, waar hij zijn een eigen zaak als traiteur heeft. Dan verschijnt Katje in zijn leven. De knappe modeontwerpster opent naast zijn winkel in de Hartenstraat een hippe modezaak. Als vlak voor het openingsfeest de catering onverwachts afbelt, moet Katje wel een beroep doen op Daan. Dat is vragen om narigheid: de twee zijn in alles elkaars tegenpool. Toch ziet Katje stiekem ook wel iets in haar buurman, zeker nu in haar huidige relatie met Thomas niet veel muziek meer zit. Als Katje erachter komt dat Daan aan online dating doet (gedwongen door zijn beste vriend Bas), stuurt ze hem een anoniem bericht. En wat blijkt? Daan, die de echte Katje niet kan uitstaan, is best gecharmeerd van de ‘Girl Next Door’ die zij op internet speelt...

Producenten: Kees Abrahams, Felice Bakker, Bobby Boermans, Robin de Levita, Edvard van 't Wout. Camera: Ezra Reverda. Montage: Brian Ent. Casting: Houdijn Beekhuis. Production design: Florian Legters. Art direction: Gwen Pluim.

Persreacties:
Berend Jan Bockting in 'de Volkskrant' van 13 maart 2014: "(...) Het speelfilmdebuut van Vogel (theatermaker, actrice, scenarist, columnist, schrijver en pas 29 jaar oud) komt niet uit de lucht gevallen. Met de korte films Mama (2010, samen met Beri Shalmashi), Klein (2011) en Kort (2013) toonde ze zich de afgelopen jaren nadrukkelijk als filmregietalent. Gevoelige films zijn dat, over een gezin waarin de moeder wegvalt, over een jong meisje dat tijdens een massage voor het eerst haar seksualiteit ervaart en, de treffendste, over een jonge homo die via internet voor het eerst met een andere jongen afspreekt en op het ontmoetingspunt een ietwat dikke Vlaamssprekende lilliputter aantreft. Vogel dringt daarin niets op - met zorgvuldig gebruik van stilte en een fijn gevoel voor humor creëerde ze sprekende beelden die uitnodigen in de hoofden van haar personages te kruipen. In Hartenstraat is het zoeken naar die filmbenadering. Zo mooi licht-wrang is het slechts af en toe. 'Ik ben een geluk bij een ongelukje, zegt papa altijd', zegt dochter Saar op de voice-over, bijvoorbeeld. Het valt vooral op hoe hier de eigenheid van Vogels korte films ontbreekt. Hartenstraat sluit naadloos aan bij de meest recente reeks Nederlandse romantische komedies, van Smoorver- liefd, tot Mannenharten, Soof en De Toscaanse Bruiloft, waarin op lichte toon, veelal gemodelleerd naar eerdere buitenlandse succesfilms, liefde en eeuwige trouw wordt gezocht en gevonden. Vogel blijkt ervaren genoeg om zo'n film vlotjes te regisseren. Het tempo ligt hoog, acteurs krijgen de ruimte. Terence Schreurs en Gigi Ravelli zijn komisch als Katjes gespeeld-valse winkelbedienden, Georgina Verbaan vliegt lekker uit de bocht als hysterische blind date, evenals homo Egbert Jan Weeber, die met de seks/date-app Grindr zijn relatie wil opfluffen. Het zijn en blijven typetjes, maar ze kleuren net een beetje buiten de lijntjes. Tegelijk doet het scenario van Judith Goudsmit geen enkele moeite om te verbloemen waar de film de mosterd haalt. Hartenstraat winkelt vooral bij de charmant verouderde internetromance die Tom Hanks en Meg Ryan doormaakten in You've Got Mail (1998), terwijl een ludieke scène waarin Daan en Katje elkaar vertellen wat ze wel/niet graag doen (eten, varen op de grachten, mediteren) zijn oorsprong vindt bij Amélie (2001).Originaliteit is allesbehalve noodzakelijk bij de filmformule die Hartenstraat volgt, maar momenten als deze richten een schijnwerper op het gebrek eraan. Opvallend veel personages in de film dragen nadrukkelijke idealen uit. Traiteur Daan vertelt hoeveel belang hij hecht aan goed eten; zijn inkopen doet hij enkel bij de groenteboer met de beste waar. Katje verkoopt exclusieve kleding en reist daarvoor de wereld rond. Weebers personage bezit met zijn vriend een eigen koffietentje en kijkt neer op een concurrerende keten. Maar het voelt als namaak, in een film die zich laat verorberen als een McDonald's-maaltijd."

Robbert Blokland in 'Sp!ts' van 12 maart 2014: "Sinds het succes van Verliefd op Ibiza grossiert Nederland opeens in romantische komedies: Hartenstraat is de vijfde genrefilm van eigen bodem in een halfjaar tijd, die in de bioscopen uitkomt. Maar wie besluit deze vanwege algehele romkom-moeheid aan zich voorbij te laten gaan, mist wel veruit de beste in de reeks. Hartenstraat is een bruisende, vrolijke film die anderhalf uur lang exact de juiste snaren weet te raken. (...) Iedereen buiten de twee hoofdrolspelers speelt zijn rol zo over de top dat Hartenstraat bijna een satire lijkt op de gehaaste, eigentijdse grachtengordel die zichzelf zo onwaarschijnlijk serieus neemt. Maar juist de combinatie met het bekende maar uitstekend uitgewerkte liefdesstramien pakt extreem goed uit. Regisseur Vogel en scenarist Goudsmit weten kolder en ontroering uitstekend af te wisselen en te doseren: met zijn negentig minuten is de film de perfecte lengte voor dit soort luchtig vermaak. Als romantische komedies van eigen bodem dit niveau weten vast te houden, mogen er nog heel veel meer komen."

Kijkwijzer: 12 jaar (seks, grof taalgebruik).
Trailer
IMDb
Première: 13 maart 2014 (121 bioscoopzalen)
K-90 minuten

donderdag 6 maart 2014

KENAU

Maarten Treurniet

met: Monic Hendrickx (Kenau Simonsdochter Hasselaar), Barry Atsma (Wigbold Ripperda, de gouverneur van Haarlem), Sallie Harmsen (Kathelijne), Lisa Smit (Gertruide), Sylvia Hoeks (Magdalena), Eva Bartels (Alda), Peter van den Begin (Jacob), Anne-Marie Jung (Bertha), Attila Árpa (Don Diego), Matthijs van de Sande Bakhuyzen (Pieter Ripperda), Pau Cólera (Don Toledo), Jaap Spijkers (Duyff), Sophie van Winden (Magdalena), Simon Nader (Julio, Spaanse officier), Francisco Olmo (Alva), Antoin Cox (Teun), Bert Luppes (priester), Titánia Valentin (Mathilde), Thomas Ryckewaert (Dominique), Jara Lucieer (Beatrijs), Steven van Watermeulen Steven van Watermeulen (Marnix van St-Aldegonde), Dalotti Mark (boer), Gabriella Fon (Leida), Vincent Boele (monnik)

Scenario: Marnie Blok, Karen van Holst Pellekaan.Kenau vertelt het op waarheid geïnspireerde verhaal van de Haarlemse Kenau Simonsdochter Hasselaar, die ten tijden van de Tachtigjarige Oorlog een heldhaftige strijd voerde tegen de Spaanse bezetter. Kenau runt een goedlopende scheepswerf wanneer Haarlem in 1572 wordt belegerd door de Spanjaarden. Gevoed door haat en verdriet om de executie van haar jongste dochter, begint Kenau met haar vrouwenleger een heroïsche strijd tegen de Spaanse belegeraar. Omdat haar angst en pijn schuil gaan achter koppige geslotenheid, dreigt Kenau echter ook haar oudste dochter te verliezen.

Producenten: Yoshi Aesaert, Judith Csernai, San Fu Maltha, Iván Márk, Bert Nijdam, Els Rientjes. Camera: Mátyás Erdély. Montage: Bas Icke, Jasper Quispel. Casting: Job Castelijn, Janusz Gosschalk. Production design: Hubert Pouille. Make up: Mariël Hoevenaars. Kostuums: Brigitta Katona.

EenVandaag toonde op 24 maart 2013 het maken van de film KENAU, omdat het een Nederlandse film is die geheel in het buitenland wordt gedraaid. Daartoe werd in Hongarije een Nederlands dorp in plastic nagebouwd, de duinscènes worden opgenomen in België. De benadering van België en Hongarije leidt tot een bloeiende filmindustrie in die landen. Er ontstaan door 'filmbelgen', Nederlanders die zich in België vestigen om daar te kunnen werken. Producent Sam Fu Malta wil dat dergelijke constructies ook in Nederland worden gecreëerd. Regeringspartij VVD ziet dat niet zitten.
De opnames van KENAU gingen maandag 25 februari 2013 van start in Hongarije. Donderdag 28 februari 2013 was Sophie van Windens eerste draaidag. Opgenomen in onder andere België, Nederland. Onder andere in Amsterdam (Zuiderkerk op 26 november 2013).

Singer-songwriter Wyke van Weelden zingt de titelsong. Het is de eerste keer dat ze Nederlandstalig zingt. In 2012 zat Wyke samen met o.a. Douwe Bob en Nielson in de eerste aflevering van De Beste Singer-Songwriter van Nederland. De titelsong is geschreven door Han Kooreneef en geproduceerd door Nando Eweg. Nando schreef samen met Wyke de muziek en begeleidt haar op piano. De begeleiding op gitaar is van Wyke zelf en Xander Hubrecht, cello door Daniela Zlatkin en viool door Simone Vierstra.

Actrice Sophie van Winden ((o.a. Leef!, Happy End, Eileen, De Ontmaskering van de vastgoedfraude) verving Sylvia Hoeks die de rol om gezondheidsredenen moest teruggeven. Sylvia Hoeks in persbericht uit februari 2013: „De doorlopende werkdruk en de rollen die ik heb gespeeld de afgelopen jaren zijn me niet in de koude kleren gaan zitten. Ik hoopte de afgelopen maanden genoeg rust te hebben genomen, maar na het Filmfestival in Berlijn waar ik aanwezig was voor publiciteit rondom de film The Best Offer kwam ik er helaas achter dat ik kamp met vermoeidheidsverschijnselen. Ik had me enorm verheugd op Kenau, maar mijn gezondheid gaat voor”.

KENAU wordt geproduceerd door San Fu Maltha en Els Rientjes van Fu Works. De film is een coproductie met de Belgische producent Antonino Lombardo van Prime Time (Tirza; oorlogswinter) en de Hongaarse Ivan Mark en Judith Csernai van I’m Film (Het Bombardement). De film komt als Telescoopproject tot stand met steun van het Nederlands Film Fonds, de NCRV, CoBo, het Ministerie van OCW, Eurimages, MEDIA, de Hongaarse Tax Shelter, het Hongaarse Film Fonds Fonds en Belgische Tax Shelter. Distributeur: Dutch FilmWorks.

Marnie Blok, coscenariste is de vrouw van de regisseur.

De Spaanse acteurs Pau Cólera en Francisco Olmo, de man die zijn vader Alva speelt, kenden elkaar al en ze hadden hun scène al met z’n tweeën geoefend in Spanje, voordat ze op de set kwamen.

Regisseur Maarten Treurniet over de film KENAU op filmfestival.nl in maart 2014: "Het leger van 5000 Spanjaarden is gemaakt in de computer. In de post-productie is heel Haarlem in 1572 nagebouwd in de computer en in de scènes gezet. Met een helikopter is een keer over de Spanjaarden heengevlogen; tien tenten en zestig figuranten, want zo veel hadden we er. Dat zijn uiteindelijk tweehonderd tenten en tweeduizend figuranten geworden met Haarlem als decor erachter, terwijl de Spanjaarden op Haarlem schieten. Dat is enorm veel werk, maar ik wist dat het kon. Ik vond in
Hongarije ook een bedrijf waar ik meteen dezelfde taal mee sprak en die dit het allerleukst vinden: een ridderfilm met zo’n mooi verhaal. Ik heb zelf de software gekocht om die mannetjes te maken, om de kennis in Nederland te houden. Een Nederlander die voor mij werkt bij mijn post-productiebedrijfje in Amsterdam-Noord is vier maanden in Hongarije geweest om met de aangekochte software de visual effects te maken en dat ging heel goed. (...) De makers besloten om in de film wel beleefd, maar geen Oudnederlands te spreken. Er zit meteen een soort muur tussen de personages en de kijker als de manier van praten zo van elkaar afligt. Ik heb daar natuurlijk wel even mee gespeeld: sommige woorden zoals ‘oké’ en ‘shit’ kunnen niet, daar moet je dus goed mee oppassen. Maar Oudnederlands drukt zo’n stempel op je film en ik wilde dat het een toegankelijke, emotionele film werd."

Persreacties:
Barend de Voogd in 'de Filmkrant' van maart 2014: "(...) De scenaristen blijven Kenau maar beginselverklaringen in de mond leggen: "Ik blijf vechten voor die vrijheid! Voor onze kinderen! Voor Haarlem!" Secondaire plotlijntjes als haar moeizame relatie met dochter Kathelijne of de voorzichtig opbloeiende verstandhouding met Ripperda ("U doet mij weer versteld staan mevrouw.") zijn bedoeld om de heldin wat meer dimensie te geven, maar erg diepgaand of verrassend kun je die nauwelijks noemen. Waarom niet de 'cojones' gehad om van Kenau een echt interessante bitch te
maken? Aan de andere kant van de stadsmuren staat ondertussen de clichématig sinistere legerleider Don Fadrique de Toledo (Pau Coléra). Het Spaanse leger houdt zich vooral bezig met de Haarlemse vrouwen, totdat de syfilis toeslaat. Wanneer Fadrique zijn bedgenote verklapt dat hij de muren van Haarlem met buskruit wil opblazen, ontbreekt zelfs het sardonisch gelispelde 'Boem!' niet.Het zijn de gebruikelijke helden- en schurkenclichés, en die maken van Kenau uiteindelijk niet veel meer dan een met enige vaart gebrachte, simplistische avonturenfilm. De winterse scène waarin witgeklede vrouwen op schaatsen een Spaans voedseltransport overvallen is één van de betere momenten. Zulke scènes drukken je echter ook met de neus op het feit dat de Haarlemse hongersnood, na zeven maanden, nooit voelbaar wordt, dat de gevechten spannender hadden gekund en dat zelfs een deels fictief verhaal geen ál te groot loopje mag nemen met de geloofwaardigheid. Kenau die ongemerkt het Spaanse kamp binnensluipt met een vaatje buskruit? Een 'Braveheart met vrouwen' moest het worden, volgens de persmap. Akkoord, met enige goede wil, maar de fascinerende vrouw die Kenau Simonsdochter Hasselaer ongetwijfeld was verdiende meer."

Robbert Blokland in 'Sp!ts' van woensdag 5 maart 2014: "Zoveel films als er in Nederland zijn gemaakt over WO II, zo onderbelicht is de andere grote ’Nederlandse oorlog’, die tegen de Spanjaarden werd gevoerd. Het ambitieuze epos Kenau tracht die periode eens onder de aandacht te brengen. Niet in het minst, zo toont de film, omdat het van cruciaal belang was voor ons land zoals we dat nu kennen. (...) De paar gevechten in het (grotendeels digitaal) gereconstrueerde Haarlem leveren zeker wat vuurwerk op. Regisseur Maarten Treurniet (De Heineken Ontvoering) weet
een aanval van een Spaans konvooi op het ijs sfeervol in beeld te brengen en één van de guerilla-acties van Kenau en haar leger biedt het mogelijk meest functionele naakt uit de Nederlandse filmhistorie. Maar soms ook zijn de actiescènes wat knullig en kort, alsof het relatief kleine budget voor dit soort films (6 miljoen euro) de makers flink parten heeft gespeeld. Bovendien werkt de wisselwerking tussen de actie en de emotie te weinig. De moeilijke relatie tussen Kenau en haar resterende dochter Kathelijne (Sallie Harmsen) komt nauwelijks uit de verf, evenmin als de spanning tussen haar en prinselijk gezant Ripperda (Barry Atsma). Eigenlijk houden de eindeloze confrontaties het verhaal vooral op, wat te veel de tijd geeft om na te denken over allerlei andere onlogische zaken in het plot. Als de (overigens tamelijk clichérijk in beeld gebrachte) Spanjaarden de stad hermetisch hebben afgesloten, waarom kunnen de vrouwen dan toch steeds zo gemakkelijk buiten de stadsmuren komen? En zouden de personages in zeven maanden van honger niet op zijn minst een klein beetje af moeten vallen?"

Kijkwijzer: 12 jaar (geweld, grof taalgebruik).
Trailer
IMDb
Première: 6 maart 2014 (113 bioscoopzalen)
K-110 minuten