donderdag 26 april 2012

SHOCK HEAD SOUL


Simon Pummell

met : Hugo Koolschijn (Daniel Paul Schreber), Anniek Pheifer (Sabine Schreber), Thom Hoffman (Dr. Flechsig), Jochum ten Haaf (Dr. Tauscher), Ward Weemhoff, Chris Nietvelt, Lisa Eernisse, Adrian Brine, Hubert Fermin, Kika de Pater, Jasper Pummell, Kees Oudheusden, Jan Nossent, Andy Kasperaitis, Miguel Narings, Hermann Ackermann, David Hurtado, Gerben van Driel, Hanneke Evelijn, Jaap Kronenburg, Lieke van den Ouwelant, Rick van de Veldt, Iris Loos, Ria Keereweer, Gineke Keldermans, Tristan Moriarty, Michael Mellinger, Michelle Wade

Nederlands-Engelse coproductie. Scenario: Simon Pummell. De succesvolle Duitse advocaat Schreber Daniel Paul Schreber had er net negen jaar op zitten in een psychiatrische inrichting, toen hij in 1903 Denkwürdigkeiten eines Nervenkranken publiceerde. Zijn boek geldt tot op de dag van vandaag als de beroemdste 'van binnenuit geschreven' autobiografie over schizofrenie, paranoïa en grootheidswaanzin. Schreber geloofde dat hij in contact stond met God via de Writing Down Machine, een voorloper van de typemachine, en dat alleen zijn transformatie tot vrouw de wereld zou kunnen redden. Schrebers notities zijn de belangrijkste bron van dit experimentele portret van de Britse crossoverfilmer Simon Pummell (Bodysong), die op originele, gedurfde wijze documentaire, fictie en animatie vermengt. Interviews met psychoanalytici, verkleed in fin de siècle pakken, worden afgewisseld met fragmenten uit Schrebers proza, diens als een gloeiende planeet door de ruimte zwevende typemachine, en performances van de Nederlandse acteur Hugo Koolschijn, die een even waanzinnige, getergde als zelfovertuigde Schreber neerzet.

Productie: Bruno Felix, Janine Marmot, Femke Wolting. Camera: Reinier van Brummelen. Montage: Tim Rozar. Art direction: Rosie Stapel. Distributie: Cinema Delicatessen. Taal: Engels.

Persreacties:
Jos van der Burg in 'de Filmkrant' van april 2012: "(...) Dat ouders hun kinderen psychisch de vernieling in kunnen jagen, is nu een ingesleten cliché, maar was toen een revolutionair inzicht. Het maakt Shock Head Soul, dat een combinatie is van docudrama en documentaire — de fictie is doorsneden met fragmenten uit interviews met wetenschappers — tot een fascinerende film. De kijker wordt geprikkeld om over Schreber en zijn waanzin na te denken (imposante rol van Hugo Koolschijn, kom maar op met dat Gouden Kalf) én krijgt het opwindende gevoel bij de geboorte van een nieuw denken te staan."

Jos van der Burg in 'Het Parool' van 25 april 2012: "(...) De Engelse, in Nederland wonende regisseur Simon Pummell betoogt met Shock head soul - een reconstructie van Schrebers rechtszaak, doorsneden met fragmenten uit interviews met wetenschappers en animatiescènes - dat krankzinnigheid een mysterie is waarop geen enkele tijd werkelijk vat heeft. Koude douches, praatsessies of medicijnen: geen enkel antwoord is bevredigend. Schreber is het gepijnigde hart van de Engels gesproken film. Hugo Koolschijn speelt Schreber meesterlijk als een door wanen verscheurde man, die steeds verder wegdrijft van de wereld. Tragisch hoe zijn vrouw (Annick Pheifer) uiteindelijk moet accepteren dat hij onbereikbaar is geworden."

Immy Verdonschot op NeerlandsFilmdoek.nl: "(...) Shock Head Soul vertelt een interessant verhaal op een bijzondere manier. Stilistisch ziet de film er prachtig uit en door de aanpak wordt de kijker meegetrokken in het verhaal, wat mede te danken is aan de geweldige acteerprestaties als ook aan de uitleg van de psychoanalytici. Tegelijkertijd is het een zware film, vanwege het ontastbare en onvoorstelbare onderwerp. De film zal daardoor niet voor iedereen zijn, maar Shock Head Soul is zeker de moeite waard om gezien te hebben."

Pauline Kleijer in 'de Volkskrant' van donderdag 26 april 2012: "(...) Maar al die aandacht voor het uiterlijk van de film lijkt ten koste te gaan van de inhoud. SHOCK HEAD SOUL is fraai en fascinerend, maar niet veel meer dan dat; Pummell vergeet duidelijk te maken waarom Schrebers verhaal belangrijk is."

Première: 26 april 2012 (5 bioscoopzalen)
K-82 minuten

woensdag 18 april 2012

KAUWBOY

Boudewijn Koole

met: Rick Lens (Jojo), Loek Peters (Ronald), Cahit Ölmez (Deniz), Susan Radder (Yenthe), Ricky Koole (July)

Scenario: Boudewijn Koole, Jolein Laarman. De 10-jarige Jojo (Rick Lens) neemt op een dag een jonge kauw mee naar huis. Hij houdt 'm voor zijn vader Ronald (Loek Peters) verborgen, want die wil geen dieren in huis. Jojo is bang voor zijn agressieve buien en komt klem te zitten tussen de zorg voor de kauw en de loyaliteit jegens zijn vader. Totdat de bom barst. Door de bijzondere vriendschap die Jojo met de kauw heeft, is hij in staat de problemen met zijn vader op te lossen.

Productie: Jan van der Zanden, Wilant Boekelman. Camera: Daniël Bouquet. Montage: Gys Zevenbergen. Art direction: Jorien Sont. Muziek: Helge Slikker. Distributie: BFD.

Voor de opnamen werd gebruik gemaakt van zes kauwen. Ze zijn na het filmen allemaal goed terechtgekomen.

Prijs voor beste jeugdfilm op het Internationaal Film Festival van Berlijn. Het is de eerste keer dat een Nederlandse film de Grand Prix van het Deutsche Kinderhilfswerk op de Berlinale wint. De Grand Prix van het Deutsches Kinderhilfswerk wordt toegekend door de internationale vakjury van de Generation Kplus Competitie. Dit is een programmaonderdeel van de Berlinale waarin bijzondere jeugdfilms vertoond worden. Daarnaast werd de Nederlandse productie bekroond als beste debuutfilm op het festival.

Prijs van de vakjury op het jeugdfilmfestival Ciné-Jeune van Saint-Quentin in april 2012.

Kijkwijzer: 9 jaar (angst).

Trailer

Persreacties:
Jeroen Mourmans op NeerlandsFilmdoek.nl: "(...) Het is dit pijnlijke contrast waarin de grote kracht van Kauwboy ligt. Dit is vooral te danken aan het heerlijke, onbevangen spel van Rick Lens als Jojo en een intense performance van Loek Peters als diens vader. (...) De film komt dan ook het beste tot zijn recht in de intieme momenten, wanneer we een blik krijgen in de huiselijke sfeer en in de momenten waarop Jojo in zijn eentje spelend door kleine straatjes en over verlaten, vervuilde grasvelden rent. Steeds worden we hier geconfronteerd met de ambiguïteit van jeugdige puurheid binnen een vervuilde, onstabiele omgeving. Zonder al te veel te zeggen en met kleine handelingen van de personages weet Koole dit gegeven effectief over te brengen. De beeldvoering van Daniel Bouquet (o.a. Nothing Personal en Hemel) is met veel gebruik van handheld en slim lensgebruik net zo ingetogen als de wijze waarop Koole zijn verhaal vertelt, maar o zo effectief. Het is dan ook zonde om te zien dat Koole zichzelf tekort doet door toch af en toe de neiging te hebben om met slow-motion en still frames de emotionele lading van bepaalde gebeurtenissen te benadrukken. Het voelt op die momenten eerder als een hinderlijke stijlbreuk dan dat het daadwerkelijk iets toevoegt. De beelden spreken al voor zich en zouden zonder deze extra ingrepen schrijnender en meer confronterend zijn. Het is slechts een kleine kanttekening, want Koole kan met Kauwboy terugkijken op een zeer geslaagd speelfilmdebuut."

Leo Bankersen in 'de Filmkrant' van april 2012: "(...) Het is indrukwekkend om te zien hoe ongelooflijk goed de vaak uitdagend uit zijn ogen kijkende jonge acteur Rick Lens die moeilijke rol heeft aangevoeld. Onbevreesd, met groot inlevingsvermogen en een rijk emotioneel palet schildert Koole die wereld van Jojo waarin liefde en verdriet, plezier en agressie een verwarrende kluwen vormen. Want de soms schokkende momenten zijn maar een deel van het verhaal. De geschiedenis met de kauw, gebaseerd op een jeugdervaring van Koole, is vooral hartverwarmend en ontroerend. Datzelfde geldt voor de manier waarop Jojo de herinnering aan zijn moeder levend houdt. Even aanstekelijk en echt is vriendschap tussen Jojo en Yente, een iets ouder meisje van de waterpoloclub dat blauwe kauwgombellen blaast. Als echte vrijbuiters struinen ze de velden af en stoken vuurtjes aan de stadsrand. Maar als Yente onverwachts opmerkt dat ze wel weet dat Jojo's moeder dood is geeft hij haar een klap. Want sentimenteel is Koole niet. De lichte en zware kanten blijven bij dit alles mooi in evenwicht, al komt een laatste tragische wending nog hard aan. Toch zal juist deze tweede tragedie de aanzet zijn tot de verwerking die Jojo en zijn vader weer bij elkaar brengt. De opluchting is groot, maar misschien is het verstandig als kinderen hun ouders meenemen naar de voorstelling. Er valt beslist nog heel wat na te praten."
Premiere: 18 april 2012
K-81 minuten

donderdag 5 april 2012

SNACKBAR

Meral Uslu

met: Ali Cifteci (Ali), Nazmiye Oral (Pinar), Dilara Horuz (Nuray), Esra Horuz (Aysun), Ilias Addab, Aziz Akazim, Mamoun Elyounoussi, Lharby Salah, Iliass Ojja, Ibrahim Ozalp, Ismael El Tarhabi

Scenario: Stan Lapinksi. Gevestigd in een oude bakkerij, ademt de Rotterdamse snackbar met zijn witte tegeltjes en tl-licht de sfeer van de jaren vijftig. Eigenaar Ali (Ali Çifteci) is een Turk van 50. Hij runt zijn snackbar met zijn vrouw en zijn dochters, bijgestaan door Mo, een jonge Marokkaan. Voor zijn deur hokken elke dag Marokkaanse jongens bij elkaar, jongens als Nouredine, Mounir, Hamza, Farhane en Farid. Ze zijn een jaar of zestien. Ze zijn vernielzuchtig en gewelddadig, plegen auto-inbraken, handelen in drugs en maken van de buurt een no-go-area. Tegen de politie gaat het vaak hard tegen hard. Ali benadert de jongens speels en ongeremd, met een mengelmoes van Nederlands, Turks en Arabisch. Ruw, eerlijk en grappenmakend. Hij snapt deze jongens heel goed, al keurt hij hun gedrag af. De film is een vlechtwerk van de tragische en soms ontroerende levensverhalen van deze jongens. Door de film heengeweven zijn interviews, waarin acteurs Aziz Akazim (Lijn 32), Ilias Addap (Doodslag), Iliass Ojja (Pizzamaffia, Shouf Shouf Habibi) en Mamoun Elyounoussi (Spangas, Pizza Maffia) putten uit hun eigen geschiedenis. Dit maakt dat de film een mix van fictie en documentaire is geworden.

Producent: Jet Christiaanse. Camera: Ton Peters. Montage: Floor Rodenburg. Muziek: Rutger Reinders. De distributie wordt verzorgd door Cinema Delicatessen. Taal: Nederlands, Turks, Arabisch.

Na haar studie aan de Nederlandse Film & Televisie Academie in Amsterdam maakte Meral Uslu (1962, Turkije) gedurende twintig jaar documentaires over een groot aantal onderwerpen, zoals Kruispost (2007), De kinderen van mijn vader (Gouden Kalf voor Beste Documentaire 2005, Winnaar Zilveren Zebra 2006) en Aids Avenue. De laatste jaren heeft ze zich vooral gespecialiseerd in lange documentaires zoals Cross Aid Post (IDFA 2007, Speciale vermelding Prix Europa 2008 en winnaar Zilveren Zebra 2008), Longstay (IDFA 2009) en Roos & Rana. Snackbar is haar eerste lange speelfilm.

De film kwam tot stand met steun van de artistiek intendant van het Filmfonds, Rotterdam Media Fonds en het Nederlands Filmonds.

Persreacties:
Leo Bankersen in 'de Filmkrant' van april 2012: "(...)Hoewel humor en een melancholieke toets niet ontbreken is het vooral de tragiek van dit marginale bestaan die gaandeweg steeds meer nadruk krijgt. Een sterkere verhaallijn had niet misstaan en ook de vele rumoerige incidenten dreigen wat voorspelbaar te worden maar het authentieke gevoel dat Snackbar oproept is beslist overtuigend. Met dank aan de uit de losse pols spelende, overwegend jonge acteurs en de energieke handcamera die alles lijkt te betrappen als was het een documentaire."

M.K. in 'Sp!ts' van Zelfs bevolkingsgroepen die normaal te boek staan als hysterisch – denk: verliefde tienermeisjes, relnichten – lijken kalm en beheerst in vergelijking met het clubje Marokkaanse vrienden dat hier centraal staat. Zo gaat dat: de ene vriend, die voor Barcelona is, zegt tegen de ander, een fan van Real Madrid, dat Christiano Ronaldo een homo is. Binnen tien seconden escaleert het gesprek, waarbij allerlei nare synoniemen langskomen voor het tegenbeeld van stoere heteroseksuelen als zijzelf. Een minuutje later staat een van de twee met zijn kop tegen een ruit te bonken en te gillen dat ’een van ons tweeën dood gaat’. Dit stupide dramaatje eindigt met een slagaderlijke bloeding. Natuurlijk komt dat dolgedraaide gedrag ergens vandaan. Om dat te benadrukken, neemt regisseur Meral Uslu haar werkloze, naar rap luisterende, drugsdealende, aan sigaretten en wiet verslaafde personages – die dagelijks rondhangen voor een armetierige snackbar in Rotterdam-Noord – even apart. Dan praten ze over hun diepere gevoelens. De een vertelt dat zijn hardvochtige vader nooit heeft gezegd dat hij van zijn zoon houdt, en dat agressief reageren een tweede natuur is geworden. De ander bekent dat hij voelt dat de maatschappij hem niet wil, en dat hij daardoor onverschillig is geworden voor het effect van zijn gedrag op anderen. Hierbij biggelen er al snel dikke tranen over hun wangen. Wat Uslu hiermee wil bereiken, is niet helemaal duidelijk. Door beelden als hierboven beschreven, lijkt het alsof zij sympathie en begrip opwekken voor deze jongeren, die zo moeilijk een plekje in onze samenleving kunnen vinden. Dat is echter moeilijk; de constant rellerige toon, gecombineerd met het totale gebrek aan zelfreflectie, is vooral erg vermoeiend.Als ze simpelweg wilde laten zien hoe de Marokkaanse probleemjeugd van tegenwoordig zijn dagen slijt en hoe grauw en deprimerend hun leven is, is ze daarin wel geslaagd. Uslu, zo meldt de persmap, wilde eigenlijk een documentaire maken over een groepje ’echte’ snackbarhangers, maar de jongeren in kwestie wilden daar niet aan meewerken. In Snackbar liet ze daarom een mix van acteurs en ’burgers’ improviseren, wat resulteerde in een losjes samenhangend verhaal, dat in stijl en vorm veel van een documentaire heeft. En op die manier overtuigt de film ook – dat het onderwerp irritatie opwekt, doet daaraan niets af. De regisseur mag haar cast bovendien dankbaar zijn: het levendige spel van acteurs als Iliass Ojja (Pizza Maffia), Ilias Addap (Doodslag) en Mamoun Elyounoussi (Spanga’s) tilt de boel nog naar een hoger plan."

Arjan Welles op NeerlandsFilmdoek.nl: "De multiculturele samenleving mag dan misschien door sommige politici als mislukt beschouwd worden, de Nederlandse film vaart er nog steeds wel bij. Het subgenre beleefde een grote opmars met Shouf Shouf Habibi! en Het Schnitzelparadijs. Tegenwoordig zijn nieuwe titels vrijwel steeds variaties op hetzelfde thema, waarbij de diepte angstvallig vermeden wordt. De uitzonderingen, zoals het recente Rabat, vallen juist op door hun gedurfde onconventionele aanpak. De multiculturele samenleving komt er nog het beste vanaf als er juist geen punt wordt gemaakt van verschillen in achtergrond. Relaties en vriendschappen zijn namelijk universeel. Bovendien gaat het hier vaak om jongeren die geboren en getogen zijn in Nederland. Halverwege de jaren ’00 waren er nog wel wat onuitgesproken zaken en misstanden die het verfilmen waard waren. Die zijn er nog, maar de vaderlandse speelfilm lijkt er steeds minder op te willen doorpakken. Snackbar van de Turkse Meral Uslu doet volstrekt overbodig en zelfs overdreven stereotype aan. (...) Scenarist Stan Lapinksi weet op de stoep de jongeren nog naturelle dialogen mee te geven, maar zodra het documentaire-element inzet, komen de meest onrealistische volzinnen voorbij. De groep spelers valt hierbij flink door de mand. Uslu zet deze stijlbreuk bovendien maar mondjesmaat in, met als bijkomend gevolg dat het elke functie mist.Snackbar bedient zich van teleurstellend weinig plot en kabbelt moeizaam voort, waarbij snel uitgewerkte en opgeloste incidenten het geheel nog wat hoognodige vaart weten mee te geven. Er is een blik acteurs opengetrokken die allemaal zonder enige aarzeling lijken te willen meewerken aan hun eigen typecasting. Acteurs als Ilias Ojja en Mamoun Elyounoussi kunnen hopelijk toch wel meer dan het neerzetten van onbetrouwbare rotjochies. Dat er nog enige hoop aan de horizon gloort voor de cast blijkt uit de veel te kleine bijrol van een nu volwassen Mimoun Ouled Radi. Hij is het niveau van de kluchtige multicultikomedie ontstegen en zijn ultrakorte aanwezigheid in het volstrekt overbodige en vooroordeelbevestigende Snackbar brengt nog wat nuance aan. De vraag die voortdurend in de lucht hangt is waarom Uslu als een vlieg op de muur de boel heeft gadegeslagen zonder de karakters echt een ontwikkeling te laten doormaken. Het beeld dat we hier te zien krijgen kennen we zo onderhand wel."
Kijkwijzer: 12 jaar (grof taalgebruik, drugs, discriminatie, angst)
Première: 5 april 2012 (7 bioscoopzalen)
K-86 minuten

MIJN AVONTUREN DOOR V. SWCHWRM

Froukje Tan

Met: Dennis Reinsma (Swchwrm), Georgina Verbaan (De Koningin), Hans Dagelet (Grootvader), Yara Brand (Madeleine), Astrid van Eck (Moeder Swchwrm), Ali Ben Horsting (Vader Swchwrm), René van ‘t Hof (Meester), Marjan Luif (Politieagent), Romijn Conen (Dokter Deter), Urmie Plein (Juf groep 8),  Sanneke Bos (Schoolhoofd), John Buijsman (Inspecteur), Yahya Gaier (Lakei), Cas Enklaar (Lakei), Toon Tellegen (Schrijver)

Scenario: Helena van der Meulen, gebaseerd op het boek van Toon Tellegen. Ik, V. Swchwrm, negen jaar, wil schrijver worden. Niet ‘zomaar’ een schrijver, maar een Schrijver van Ongewone Boeken. Boeken Waar Mensen van Omvallen. Dat doe ik in het geheim, alleen mijn grootvader weet het. Want als je zoiets hardop zegt, word je het juist niet. Met mijn schrijfsels wil ik in de gunst raken van niemand minder dan de Koningin, die qua leed toch wel wat gewend is. Alleen de eerste zin, die alles zegt, die heb ik nog niet gevonden.

Producent: Flinck Film. Camera: Harm Griekspoor. Montage: Albert Markus.
Production Design: Karijn van Brink. Kostuumontwerp: Ellen Lens. Make-up & haar: Saskia Ellemeet. Componist: Corrie van Binsbergen. Geluidsontwerp: Mark Glynne. Casting: Marina Wijn (Kemna Casting). Kindercasting: Martha Mojet. Uitvoerend producent: Maarten van der Leeden. Producenten: Flinck Film: Michiel de Rooij & Sabine Veenendaal. Co-producent: AVRO: Mylene Verdurmen & Simone van der Ende. Co-producent: Kasander Film. Distributie: A-Film.

Persreacties:
Fabian Melchers op Neerlands Filmdoek: "Je ziet het wel vaker in jeugdfilms, situaties die net iets boven de realiteit uitstijgen. Onlangs nog in Tony 10 bijvoorbeeld, een film met een realistische fundering, maar met sprookjesachtige taferelen. In Mijn Avonturen door V. Swchwrm werkt dat net andersom. Het is nu niet de fantasie die af en toe een loopje met de werkelijkheid neemt, maar de werkelijkheid die soms kort binnen de fantasie zichtbaar wordt. (...) De hele film speelt zich af in het hoofd van de jonge schrijver. Alles is mogelijk en niets is zeker in zijn universum. Een lichte chaos is het zelfs, met absurdistische dialogen en situaties, en scènes die zonder duidelijke reden opeens van locatie verspringen. Regisseur Froukje Tan biedt in die vervreemdende, bonte wereld af en toe kort de ruimte om te verwijzen naar het echte leven van Swchwrm, waarbij de band met zijn opa (mooie rol Hans Dagelet) een belangrijke rol speelt. Het zijn steeds korte fragmenten die als houvast dienen in een fantasiewereld waar je volledig in kunt verdwijnen, vol met krankzinnige, humoristische uitspraken en situaties. (...) Belangrijke vraag is wel wat de jeugdige doelgroep van haar film gaat vinden. Kinderen kunnen zich waarschijnlijk best vermaken met alle absurdistische situaties, maar Swchwrm kan zonder het zien van het grotere plaatje misschien ook wat te warrig en vervreemdend overkomen. Maar net zo goed kan deze film jonge kindergeesten aanwakkeren, veroveren en verder stimuleren. Laten we hopen op het laatste, want deze unieke film verdient het om door een groot publiek omarmd te worden."


Fritz de Jong in 'de Filmkrant' van aprilm 2012: "(...) Froukje Tan zet de magische avonturen af tegen de zonovergoten rijtjesarchitectuur van Rotterdam. Een vleug Oriëntaalse magie vindt Tan in de verpolderde Essalammoskee die dienst mag doen als het paleis van de koningin. Mede dankzij de strakke kaders, de weloverwogen camera-opstellingen en een enigszins onthechte acteerstijl roept de film verwantschap op met Van Warmerdams Abel en De Noorderlingen. Maar de zwartgallige ondertoon ontbreekt bij Tan. En dat is maar goed ook, want net zoals Tellegen zijn boekje destijds schreef als kinderboekenweekgeschenk, is ook deze film bedoeld als een cadeautje voor kinderen. Een prachtig verpakt cadeautje voor het oog, dat ook nog eens de oren verwent met atmosferische filmmuziek en een geestige titelsong van Corrie van Binsbergen. Een film waarin bovendien ook ruimte is voor stoepkrijtanimatie en zelfschrijvend strandzand. Gewoonlijk zou een film met zulke kwaliteiten genoeg moeten zijn heel veel bekijks te trekken. Maar gewoonlijk bestaat dus niet in deze film. En bovendien, zoals Swchwrm zich vertwijfeld afvraagt: "Bekijks? Wat is dat nou voor een woord? Bekijks! Bekijks! Bekijks!"


Kijkwijzer: 6 jaar (geweld, angst).
Première: 4 april 2012 (16 bioscoopzalen)
K-78 minuten